Vastgoedmonitor Brabant: Kleine kantoren doorstaan crisis goed

Uit de Brabantse Vastgoedmonitor die PropertyNL in februari heeft gehouden, blijkt dat er in die provincie nog best kantoormeters kunnen worden toegevoegd, om op die manier nieuwe bedrijven te trekken.

Door Wabe van Enk
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 2, 26 februari 2021

Het gebruik van Brabantse kantoren blijft gelijk of neemt iets af. Thuiswerken is zeker niet het nieuwe normaal. Er is wel een beperkte afschrijving nodig, maar nauwelijks voor kleine kantoren. Dit blijkt uit de Brabantse Vastgoedmonitor, die PropertyNL ter gelegenheid van de Brabant-special heeft gehouden onder vastgoedprofessionals.

PropertyNL is vorig jaar begonnen met landelijke enquêtes onder vastgoedprofessionals naar de effecten van corona op de huur en waardering van commercieel vastgoed. Het doel is om de meningen te peilen nu er weinig richtinggevend nieuws is. In interviews komen gefundeerde meningen met bijbehorende achtergronden naar voren, terwijl ranglijsten marktbewegingen tonen, maar respondenten hebben deze ‘hybride’ vorm omarmd.

Zo worden in de algemene pers veel verhalen gepubliceerd van bedrijven die hun kantoorruimte opzeggen of willen verminderen, maar uit de enquête onder Brabantse vastgoedspecialisten blijken dat meer uitzonderingen op de regel te zijn dan gemeengoed. De huren dalen wel iets (de grootste groep denkt met 5–10%) en de incentives nemen wat toe (met ongeveer dezelfde percentages), maar van een revolutie in de kantorenwereld blijkt in Brabant niets.

Zo vindt de grootste groep respondenten dat kantoren moeten worden herontwikkeld, waarbij ook nog wel meters kunnen worden toegevoegd. Dat zal niet betekenen dat er een Zaltbommel II moet ontstaan, maar om nieuwe bedrijven te trekken, zullen ook moderne kantoorlocaties moeten verrijzen. Dit geldt volgens de respondenten met name voor de steden Breda en ’s-Hertogenbosch. In Eindhoven en Tilburg is de markt volgens de respondenten meer in evenwicht.

De huurprijsontwikkeling verschilt sterk tussen kleinere kantoren (<500 m²) en grotere kantoren. Terwijl de grotere te maken hebben met een geringe daling, blijven de prijzen van kleine kantoren op peil. Een op de vijf ondervraagden ziet zelfs hier mogelijkheden voor stijging.

De ondervraagden zijn somber over de winkelmarkt. Zij denken dat de huurprijzen gaan dalen met 10–15% en verwachten ook dat er niet alleen in 2020 maar ook in 2021 verder zal moeten worden afgeschreven op de waarde. De grootste groep respondenten vindt dat het winkelareaal moet krimpen met 10–30%. In Breda, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg zijn de respondenten bang voor overbewinkeling. Ontwikkelaars zouden zich vooral moeten bezighouden met herontwikkeling, vinden de meeste respondenten.

De best lopende categorie – en specialiteit van Noord Brabant – zijn de distributieruimten. Daar is volgens de respondenten huurgroei mogelijk, vooral bij de zogenoemde stadsdistributiecentra. De meerderheid van de respondenten wil dat projectontwikkelaars de voorraad distributiecentra uitbreiden om aan de toekomstige vraag te voldoen.

Scroll naar boven