Duurzame oplossing: erfgoed renoveren

Het is belangrijk om gebouwd erfgoed mee te nemen in de discussie over technische, financierings- en beleidsontwikkelingen die te maken hebben met klimaatverandering en de beperking ervan.

Uit een nieuw rapport van Savills blijkt dat gebouwd erfgoed momenteel vaak buiten beschouwing wordt gelaten in onderzoek naar de duurzaamheidsuitdagingen van steden.

Het rapport beschrijft de uitdagingen waarmee Amsterdam en Londen worden geconfronteerd, waar zich historische gebouwen en monumenten bevinden die een belangrijke culturele en economische waarde hebben voor de stad en haar burgers. 

Het renoveren van de culturele, historische en architectonische monumenten van onze steden is een grote uitdaging. Maar om deze gebouwen te conserveren voor toekomstige generaties, is het van cruciaal belang dat het onderhoud van deze gebouwen duurzame aanpassingen omvat, met behoud van hun architecturale integriteit en sociale en culturele waarde. 

Het rapport bespreekt de renovatie-opgave van erfgoedgebouwen in Amsterdam en Londen. De belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de twee steden zijn:
– Aantal erfgoedgebouwen: Amsterdam heeft ongeveer 9000 nationale en gemeentelijke geregistreerde monumenten, exclusief overige gebouwen in Unesco-gebieden zoals de grachtengordel. Londen heeft ongeveer 27.000 beschermde gebouwen, wat neerkomt op bijna 20% van alle geregistreerde gebouwen in het land, waaronder vier Unesco-werelderfgoedlocaties.
– Aanpak van erfgoedbehoud: Zowel Amsterdam als Londen heeft een lange geschiedenis van erfgoedbehoud. De benadering van het Verenigd Koninkrijk, beïnvloed door organisaties zoals de Society for the Protection of Ancient Buildings, richt zich op sympathiek herstel en onderhoud in plaats van uitgebreide restauratie. In Nederland werd erfgoedbehoud onderdeel van een bredere beweging voor stedelijke regeneratie en sociaal-economische ontwikkeling. De Erfgoedwet 2016 in Nederland voorziet in regelgeving voor de hele culturele erfgoedsector.
– Beheer van gebouwd erfgoed: In Nederland is de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verantwoordelijk voor het behoud en de bescherming van cultureel erfgoed. In het Verenigd Koninkrijk is het beheer van gebouwd erfgoed meer gedecentraliseerd, met organisaties zoals Historic England en lokale overheden die toezicht houden op het erfgoedbeleid en de besluitvorming.
– Unesco-sites: Amsterdam en Londen hebben beide Unesco-werelderfgoedlocaties. In Amsterdam ligt de nadruk op het behoud van comfort en thermische prestaties vanwege de constante bezetting en het gevarieerde gebruik van de gebouwen. In Londen ligt de nadruk op het beperken van milieueffecten en het verlagen van operationele kosten, omdat veel van de Unesco-locaties gebouwen zijn die minder intensief gebruik kennen.
– Erfgoed definitie: In Nederland worden monumenten als nationaal, gemeentelijk, provinciaal of beschermd stads/dorpsgezicht gecategoriseerd, elk met specifieke richtlijnen en vereisten. In het Verenigd Koninkrijk kunnen gebouwen op de nationale of lokale monumentenlijst staan op basis van hun architectonisch, sociaal, cultureel of historisch belang, volgens landelijke richtlijnen.
– Financiering voor renovatie: Financiering voor het renoveren van beschermde gebouwen is een veelvoorkomende barrière. In het Verenigd Koninkrijk bieden organisaties als Historic England en het Heritage Lottery Fund financieringsmogelijkheden. In Nederland zijn er meer financieringsopties beschikbaar, waaronder subsidies voor groene technologieën, laagrentende leningen van het Restauratiefonds en leningen en hypotheken voor eigenaren van onroerend goed.

Bart Oosterhuis, ESG-adviseur bij Savills in Amsterdam, zegt dat zowel Amsterdam als Londen in het algemeen het belang onderkent van het renoveren van erfgoedgebouwen om hun impact op het milieu te verminderen en tegelijkertijd hun culturele en historische waarde te behouden. ‘Het beheer en onderhoud, en de financieringsopties verschillen echter tussen de twee steden.’

Dr. Kat Martindale, hoofd ESG Research bij Savills, stelt een aantal beleidsmatige en technische stappen voor die de renovatie van historische gebouwen kunnen bevorderen zonder hun historische karakter aan te tasten. ‘Zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Nederland zijn er volop mogelijkheden om de communicatie tussen overheidsinstanties en particuliere eigenaren te verbeteren en om een effectiever beleid te ontwikkelen. Uiteindelijk zou de eigenaar van een gebouw geen belemmering moeten zijn om te verduurzamen.’

Oosterhuis vindt dat je zelfs met kleine veranderingen je al een heel eind komt: ‘Voor elk deel van het gebouw zijn er veel mogelijke opties, want er is geen standaardaanpak. Je kunt een vermindering van de CO2-uitstoot van wel 20–30% bijvoorbeeld bereiken door veranderingen zoals het vervangen van de verlichting door LED’s en het inkopen van groene energie.’

Scroll naar boven