Buitenlandse bedrijven houden interesse in Brabant

De belangstelling van buitenlandse bedrijven om zich te vestigen in Brabant is ondanks COVID-19 ongekend groot. Brexit is daarvoor slechts één van de verklaringen. 

De groeiende belangstelling heeft vooral te maken met de trend dat steeds meer buitenlandse bedrijven vanwege risicospreiding ofwel decentralisatie overwegen om bestaande bedrijfsactiviteiten in Brabant te starten of uit te breiden. Vooral (kleine) bedrijven die actief zijn in de hoogwaardige maakindustrie, life sciences & health en agrofood, overwegen uitbreiding op het gebied van sales, logistiek, productie en R&D.

Dat blijkt uit een onderzoek van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en Buck Consultants. Voor het onderzoek zijn 73 (internationale) ondernemingen ondervraagd of via een enquête benaderd. Hiervan geeft 55% aan dat decentralisatie hoog op de corporate agenda staat. De helft van de ondernemingen geeft daarnaast aan meer lokaal te willen werken met toeleveranciers en nog eens 25% geeft aan dat men overweegt productie naar Europa te halen.

Groeiende belangstelling
‘Er liggen kansen voor het binnenhalen van nieuwe bedrijfsactiviteiten bij al in Brabant gevestigde bedrijven, maar ook nieuwe bedrijven bereiden zich voor om naar de provincie te komen. De toename van leads uit de Verenigde Staten en Azië in de afgelopen maanden, laat dit ook duidelijk zien’, aldus Eelko Brinkhoff, manager foreign investments & international trade bij de BOM.

Johan Beukema, partner bij Buck Consultants International, voegt hieraan toe: ‘Deze ontwikkeling past binnen de decentralisatietrend, waarbij bedrijven activiteiten mondiaal spreiden en zo dichter op de lokale markten zitten. Hiermee proberen ze potentiële risico’s in de toeleverings- en productieketen te voorkomen. Digitalisering en robotisering van processen versnellen deze beweging en maken decentralisatie kostentechnisch interessanter. Opvallend is dat decentralisatie ook geldt voor onder meer sales, regionale hoofdkantoren en R&D.’

Impact COVID-19
COVID-19 zorgde aanvankelijk voor druk op de bereidheid bij bedrijven om over te gaan tot nieuwe investeringen. Daarnaast gaven de beperkingen tot reizen niet de mogelijkheid nieuwe en bestaande klanten te bezoeken in het buitenland. Ook konden geïnteresseerde bedrijven niet naar Nederland reizen voor een verdere verkenning van de investeringsmogelijkheden, voornamelijk huisvesting. Toch bedroeg het aantal gelande projecten 35 gezien en dat is gezien COVID-19 hoger dan verwacht. Niettemin was het wel een scherpe daling t.o.v. 2019. Het percentage van de projecten met R&D activiteiten was met 31% ook hoger dan verwacht.

De komende tijd lijkt COVID-19 juist voor een versnelling van decentralisatie te zorgen. De mondiale crisis heeft de kwetsbaarheid van productieketens extra zichtbaar gemaakt. Brinkhoff: ‘Als ontwikkelingsmaatschappij zien we een sterk herstel van nieuwe leads vanaf juni 2020. De vooruitzichten voor 2021 en verder zijn daarmee goed.’

Brexit
Hoewel het positieve effect ook zichtbaar is als de Brexit-gerelateerde leads eruit worden gelaten, spelen de ontwikkelingen in Groot-Brittannië zeker een rol. Tot op heden waren de gevolgen van de Brexit nauwelijks merkbaar in Brabant. Bedrijfsverplaatsingen gingen met name richting de Groot-Amsterdam regio. Het betrof daarbij doorgaans bedrijven die in de Europese Unie gevestigd moesten blijven (paspoortrechten), voornamelijk in finance, legal, media, data en rondom EMA (European Medicin Agency). Vanaf het vierde kwartaal ziet de BOM ook hier een kentering. Deze trend richt zicht met name op de logistiek, vanwege vertragingen in het transport, complexe regelgeving en papierdruk evenals btw-problematiek.

Vestigingsklimaat
Voornaamste redenen voor bedrijven om voor Brabant te kiezen zijn de uitstekende (Europese) markttoegang en de sterke ecosystemen in de topsectoren. ‘Brabant heeft met haar universiteiten een bovengemiddelde kennisbasis, maar herbergt ook belangrijke systeembedrijven als ASML en Philips. Deze zorgen voor een krachtige keten van R&D, ontwikkeling, productie en logistiek’, aldus Brigit van Dijk – Van de Reijt, algemeen directeur van de BOM.

Het rapport van Buck en de BOM geeft aan dat er wel enige ruimte is voor verbetering op het vlak van de beschikbaarheid van bedrijfsgronden, talent en het vestigingsklimaat. De complexiteit van het stikstofdossier en energiecapaciteit zorgt in sommige gevallen voor onduidelijkheid en vertraging

Scroll naar boven